
Theologie in Utrecht
24 januari 2025
“Gezonde lijdelijkheid” – of waarom niets doen soms de beste actie is
7 februari 2025De kleine goedheid
Gedachten bij de week door ds. Willem Jan de Hek
Heb je weleens gehoord van de ‘kleine goedheid’? Ik moest deze week een paar keer aan dat concept denken. Je komt het idee tegen bij de Franse karmelietes en mystica Theresia van Lisieux (1873-1897). Zij benadrukte dat heiligheid niet noodzakelijk gevonden wordt in grootse daden, maar juist in kleine, liefdevolle handelingen die met toewijding en nederigheid worden verricht. Theresia zag het dagelijks leven als een plek waar Gods liefde kan worden geleefd in de kleine dingen. Bijvoorbeeld door geduld te tonen tegenover lastige medezusters in het kloosters. Door een glimlach te geven aan iemand die nors is. Door een klein offer te brengen, door bijvoorbeeld als laatste aan tafel te gaan om een minder goed stukje eten te nemen. Door een kort gebed te bidden voor iemand zonder dat die persoon het weet. Of door je eigen verlangens opzij te zetten om een ander te dienen, zonder daar erkenning voor te zoeken. Voor Theresia waren dit soort daden van liefde en vriendelijkheid verre van onbeduidend, maar juist de kern van het christelijk leven.
Ik vertelde al dat ik deze week verschillende keren aan deze ‘kleine goedheid’ moest denken. Bijvoorbeeld tijdens een gesprek dat ik deze week had met iemand met een migratieachtergrond. Via een uitzendbureau mocht hij werken in Nederland en draait hij onder andere diensten als pakketbezorger. Het was boeiend –maar ook wel onthutsend– om even een kijkje achter de schermen van zo’n dienst te nemen. De enorme tijdsdruk, de represailles voor de bezorger als een pakket kwijt of beschadigd raakt, en dan nog de onvriendelijkheid van sommige ontvangers. “Krijg je ook weleens een fooi van iemand?” vroeg ik hem. “Jazeker!” zei hij. “Van de mensen met een goed hart!” Ik was benieuwd hoe vaak dat gebeurde, en dat viel toch wat tegen. Soms maar één keer per maand. De kleine goedheid! Af en toe eens een fooi geven aan je pakketbezorger.
De tweede keer dat ik aan dit concept moest denken was toen iemand mij dit bekende gedicht van Gerard Reve stuurde:
Zuster Immaculata die al vier-en-dertig jaar
verlamde oude mensen wast, in bed
verschoont, en te eten geeft,
zal nooit haar naam vermeld zien.
Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij vóór dit, of
tegen dat is, het verkeer verspert,
ziet ’s avonds reeds zijn smoel op de tee-vee.
Toch goed dat er een God is.
De persoon die mij dit stuurde was bezorgd over een situatie waarin twee mensen opvang bieden aan een migrantengezin. De vreemdelingenpolitie heeft inmiddels een bezoek gebracht, waardoor de situatie gespannen is. In de week nadat de preek van Bisschop Budde in Washington viral ging –en door heel veel mensen enthousiast werd gedeeld– vond ik dit wel indrukwekkend om te lezen. “Speaking truth to power” gebeurt blijkbaar op heel veel verschillende niveaus. En we zijn er misschien wel allemaal toe geroepen. Hoe geven wij de genade waar de bisschop het over had zélf handen en voeten?
“Het is maar goed dat er een God is,” zei Gerard Reve. Ik zou eraan willen toevoegen dat het óók maar goed is dat er een kerk is. Want de kerk is bij uitstek de plek waar wij ons kunnen oefenen in de kleine goedheid. Dat kan heel praktisch zijn. Op zondag iemand aanspreken die alleen bij de koffie staat. Of een glimlach geven aan de vreemdeling die God op je pad brengt. Meedoen met de schoonmaak van het gebouw. Of helpen bij de voedselbank. De kerk is een plek waar we horen hoe groot Gods genade voor ons is. Maar het is óók de plek waar we ons kunnen oefenen in de kleine goedheid. Leren leven van genade. Wat je ontvangt, uitdelen aan de mensen om je heen. Ik ben ervan overtuigd dat de samenleving daar wél bij vaart. En oefening baart kunst.